De man zonder piemel
Ik werk al 15 jaar voor mezelf. Ik heb geen personeel dus ik ben een zzp’er. Ik erger me al jaren aan dat woord: een zelfstandige zonder personeel. Je definieert iemand met datgene wat hij niet is. Sterker nog: wat hij vaak helemaal niet wil. U bent een zelfstandige, ha!, jawel, maar zónder personeel. De zelfstandige wordt hier gekenmerkt met iets dat hij níet heeft. Als je zo redeneert, is het christendom een geloof zonder Boeddha, een hogeschool een opleiding zonder hoogleraren en een vrouw een man zonder piemel. Slaat dus nergens op.
Zzp-ers staan de laatste tijd nogal in de aandacht. Ze krijgen namelijk geen WW als ze geen werk hebben. Erg hoor! Misschien goed om te weten dat zo’n zelfstandige zonder WW (de zzw’er!) daar zelf voor heeft gekozen. Nog erger, en dus nog hoger op de politieke agenda: het is ook een zelfstandige zonder pensioen (hé, de zelfstandige zonder pensioen!), dat bouwt hij namelijk niet op. Hij kan dat natuurlijk wel opbouwen, dat is een keuze. Een dure keuze weliswaar, maar toch een keuze. Met andere woorden, iemand die kiest voor het zelfstandigenbestaan, krijgt bijstand als hij geen werk heeft en kiest voor een mager AOW-tje als hij geen pensioen opbouwt. In ruil daarvoor houdt hij een beetje meer over aan het einde van de maand. En elke dag heeft hij geen gezeur aan zijn hoofd van een baas (de zzb’er!). Dat is misschien nog wel de grootste beloning ;-).
In de huidige tijd verschijnen er veel berichten over de noodzaak voor ons land om ambitieuze ondernemers te koesteren. Neelie Kroes is er met StartupDelta zelfs druk mee bezig om ook ambitieuze buitenlanders naar Nederland te halen. Dat is goed voor onze economie. Dat is absoluut waar, het levert werkgelegenheid op. Aan zzp’ers hebben we eigenlijk niet zo veel. Die zijn namelijk helemaal niet ambitieus. Als de grootte van een bedrijf een maat is voor ambitie, dan is de zzp’er inderdaad een ambitieloze sukkel. Dat zal zo zijn, maar zo voel ik mij als zelfstandige helemaal niet. Ik heb heel veel ambities. Maar die zijn inhoudelijk. Ik wil elke dag iets leren over mijn vakgebied, over hoe de wereld werkt, etc. Niet alles is in euro’s te meten, maar dat vinden economen niet zo fijn.
Als ik samenwerk, doe ik dat met mensen uit mijn netwerk, vaak in een gelegenheidssamenstelling. Mensen die mij ook weer beter maken omdat zij ook zelfstandig zijn en zich hebben gespecialiseerd op allerlei terreinen waar ik weer minder van weet. Met zo’n samenwerkingsverband besteed ik ook weer opdrachten uit, of we gaan met z’n allen wat eten. Toch weer goed voor de economie.
Ik heb als manager groepen mensen aangestuurd. Een vak apart. Een vak waar ik uiteindelijk niet gelukkig van word. Heel veel mensen willen leiding geven, maar slechts weinigen zijn er echt goed in. Ik heb er voor gekozen om dingen te doen waar ik hoop dat ik goed in ben. Of waar ik beter in wil worden. Daarom ben ik ZP’er. Nee, geen z te weinig. Een ZP’er is een Zelfstandige Professional. Wordt gelukkig steeds vaker gebruikt en klinkt een stuk beter. Nederland heeft zo’n 800.000 ZP’ers. Daar mogen we trots op zijn. Zij brengen gezamenlijk kennis en vaardigheden op een hoger niveau. En ze leveren nog wat op ook.
Hele artikel · 1/5/2015