Er komt een berooide generatie zzp’ers aan. Schrijver Robert Jan Blom vreest het ergste: ‘Wanneer hun geluk straks werkelijk op is, zit er voor hen niets anders op dan een leven op straat.’
Een jaar of vijftien geleden begonnen gevestigde ondernemers het te begrijpen. Vast personeel in dienst? Een blok aan je been, dat is het. Als je er vanaf wilt komen, levert het alleen maar rottigheid op en kost het je bakken met geld. Gevolg: steeds meer werkgevers besloten tijdelijke contracten te verstrekken die tot drie jaar mochten duren. Werknemers werden steeds vaker gedwongen weer een nieuwe baan te zoeken. Wie jong was, slaagde daar nog wel in, maar velen kwamen op oudere leeftijd (dat wil zeggen vanaf veertig jaar) op straat te staan. Want als ze nieuwe mensen zochten, zagen de meeste werkgevers die oudere werknemers niet staan, ook niet voor een kortlopende overeenkomst.
Dus wat deden al die veertig- en vijftigplussers? Ze begonnen voor zichzelf – noodgedwongen. Het aantal startende ondernemers liep binnen een jaar of twintig steil omhoog. De KvK draaide overuren: op een bepaald moment stonden er meer dan een miljoen startende ondernemers in de registers genoteerd.
Meer dan de helft van hen heeft het inmiddels alweer opgegeven. Sommigen zijn gestopt vanwege de slechte resultaten, anderen gingen failliet of verdwenen in de schuldsanering. Maar juicht u niet te vroeg, er zijn nog honderdduizenden tobbers over.
Al jaren onderzoek ik het tragische lot van de zzp’er. Tragisch omdat uit mijn bevindingen blijkt dat ze maar al te vaak niet in staat zijn de premies voor de noodzakelijke verzekeringen te betalen. Geld opzij zetten voor een pensioen? Daar blijft al helemaal geen cent voor over.
Hele artikel · Bron: Quotenet · 5/10/2016