De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren fundamenteel veranderd. Vaste contracten voor werknemers zijn veel minder vanzelfsprekend geworden. Ondanks dat het merendeel van de Nederlandse beroepsbevolking nog een vast dienstverband heeft, is het aantal werkenden met een flexibel contract in opmars. Ook zijn er steeds meer ondernemers. Zzp’ers zijn hier een sprekend voorbeeld van.
Er is een aantal redenen aan te wijzen waarom het aantal zzp’ers in Nederland zo hard is gegroeid de afgelopen jaren. Ten eerste verschuift het belang van sectoren in de Nederlandse economie. In sommige sectoren, zoals de dienstverlening, ICT en gezondheidszorg zijn relatief veel zzp’ers actief. Deze sectoren worden in de Nederlandse economie steeds belangrijker, waardoor de werkgelegenheid relatief meer toeneemt. Dat heeft een positieve invloed op het totaal aantal zzp’ers in Nederland. Daarnaast is het door de digitalisering veel eenvoudiger geworden om als zzp’er te werken. Je hoeft niet meer in een kantoor te werken, dit kan overal. Dit geldt met name voor veel dienstverlenende beroepen waar zzp’ers hun kennis inzetten. Zzp’ers in bijvoorbeeld de bouw en gezondheidszorg kunnen dit natuurlijk niet. Ten slotte heeft de overheid geholpen door vanaf het jaar 2000 (fiscale) regelgeving op te stellen die het aantrekkelijk maakt om als zzp’er aan de slag te gaan.
De conjunctuur kan voor zowel een toename als een afname van het aantal zzp’ers veroorzaken. Als het goed gaat met de economie neemt het aantal zzp’ers toe doordat er meer werk is. Maar tegelijkertijd treden er dan ook zzp’ers in dienst van bedrijven die als gevolg van een neergang van de economie noodgedwongen zzp’er zijn geworden. En dit geldt natuurlijk andersom in een neergaande economie.
De nieuwe wet DBA zorgt op dit moment voor onzekerheid, wat de groei van het aantal zzp’ers op korte termijn kan stuiten. De wet beoogt het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat schijnzelfstandigheid concurrentievervalsing in sectoren veroorzaakt.
Door: Madeline Buijs (sector econoom bij ABN AMRO)
Hele artikel (PDF) · Bron: ABN AMRO · 28/6/2016