Nog even en de zzp’er is verdwenen
Nieuwe wetgeving dringt de zelfstandige zonder personeel in het nauw, constateren Mirjam de Blécourt en Daniëlle B.M. Pinedo. En de zzp’er die denkt in dienst te worden genomen, komt bedrogen uit.
Daan Westerink is journalist, docent, spreker, trainer en verlies- en rouwdeskundige. Ze schrijft onder meer voor het vakblad Uitvaart, traint mensen tijdens reorganisaties, geeft les aan de School voor de Journalistiek. Daarnaast publiceerde ze twee boeken. Ze begeleidt jongeren en volwassenen die een ingrijpend verlies meemaakten, maar leert mensen ook hoe te bloggen. Regelmatig leidt ze debatten. Daan kortom, is een zzp’er. Een zelfstandige zonder personeel. Vorig jaar had ze veertig opdrachtgevers.
Daan Westerink heeft een verklaring arbeidsrelatie, een zogenoemde VAR, aangevraagd bij de belastingdienst – en gekregen. Daarmee kan zij aantonen dat zij ondernemer is. En hoeven haar opdrachtgevers geen sociale premies af te dragen.
Maar de VAR houdt op te bestaan – en dat is een slechte zaak. Afgelopen dinsdag stemde de Eerste Kamer in met de afschaffing van de VAR. In plaats van de VAR krijgen zzp’ers en hun opdrachtgevers per 1 mei 2017 te maken met de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, oftewel de wet DBA.
Met die wet slaat het kabinet de plank mis.
De nieuwe wet zal namelijk veel negatieve bijwerkingen hebben. Daan bijvoorbeeld, dreigt te worden begraven onder een berg administratieve handelingen. Dat leggen we nog uit.
Bovendien wegen die negatieve bijwerkingen niet op tegen het beoogde doel, het tegengaan van zogenoemde schijnconstructies. Zo’n constructie ontstaat bijvoorbeeld wanneer werkgevers hun werknemers ontslaan om hen vervolgens als zzp’er in te huren. Niet zelden verrichten die zzp’ers hetzelfde werk als voorheen, maar voor een lager tarief. En de overheid loopt de sociale premies mis.
De nieuwe wet DBA moet zulke schijnconstructies tegengaan. De gedachte is dat een opdrachtgever een ‘schijn-zzp’er’, die eigenlijk werknemer is, in dienst moet nemen. Dit impliceert dat de VAR schijnconstructies in de hand werkt.
Is dit wel zo? De Raad van State merkte in het verleden al op dat grootschalig misbruik van de VAR niet is aangetoond. En was dit wel het geval, dan nog is de nieuwe wet niet de oplossing.
Die wet veroorzaakt juist problemen en belemmert de zzp’er. Het is immers hoogst onwaarschijnlijk dat een opdrachtgever een zzp’er in vaste dienst neemt, als het nieuwe toetsingskader van de wet DBA uitwijst dat er sprake is van een dienstbetrekking – of dat er onduidelijkheid is over de aard van het dienstverband.
Integendeel, eerder huurt hij dan ander personeel in, een uitzendkracht bijvoorbeeld.
Nee, dan de VAR. Die geeft tenminste duidelijkheid. Heb je als zzp’er een VAR winst uit onderneming (wuo) of een VAR directeur grootaandeelhouder (dga) gekregen van de belastingdienst, dan staat vast dat de relatie fiscaal – en daarmee waarschijnlijk ook arbeidsrechtelijk – geen dienstbetrekking is. Zo’n verklaring blijft een jaar geldig.
Dat is belangrijk, zeker ook voor de opdrachtgever. Want mocht de relatie achteraf toch een dienstbetrekking blijken te zijn, dan zijn de consequenties groot. Dan is de opdrachtgever immers met terugwerkende kracht loonheffingen, sociale premies en boetes verschuldigd.
Maar ook zou de zzp’er met terugwerkende kracht aanspraak kunnen maken op allerlei voordelen die het arbeidsrecht ‘gewone’ werknemers biedt. Denk aan doorbetaling van loon tijdens ziekte gedurende twee jaar, vakantiedagen, minimumloon en vakantiebijslag.
En dat niet alleen; ook het ontslagrecht zou in zo’n geval van toepassing zijn. Van een zzp’er, kun je eenvoudig af – je hebt niet eens een goede reden nodig. Maar een werknemer ontslaan is, zeker onder het nieuwe ontslagrecht, alles behalve eenvoudig. Werkgevers moeten aantonen dat er een ‘redelijke grond’ bestaat, bijvoorbeeld dat een werknemer ondermaats presteert. In dat geval moet de werkgever een dossier opbouwen; moet hij aantonen dat hij de werknemer de gelegenheid heeft gegeven zich te verbeteren; dat hij training en cursussen heeft aangeboden; dat hij hem wellicht een andere functie heeft gegeven. En zelfs dan kan hij niet eenzijdig afscheid nemen van een werknemer. Partijen zullen een vaststellingsovereenkomst moeten sluiten, of ze moeten naar de kantonrechter of het UWV, waarbij dan ook nog een transitievergoeding moet worden betaald.
Hele artikel · Bron: NRC · 6/2/2016
1 mei 2017? of 1 mei 2016?
ik heb een montage en klussen bedrijf en mijn werkzaamheden lopen uiteen van keukens monteren tot staalconstructies plaatsen. geld die mega administratie berg straks ook voor mij? tevens heb ik ook al van een paar klanten te horen gekregen dat ze overwegen om volledig te stoppen met zzpers puur uit angst voor naheffings aanslagen, ze gaan dan ook verder met uitzendbureaus. het is in deze tijd van het jaar hoe dan ook altijd een stuk rustiger in de bouw en al helemaal in het oosten van het land. als deze nieuwe wetgeving daar nog bij komt vraag ik me af hoe lang het nog goed gaat met mijn bedrijf. ik zou daarom van de daken willen schreeuwen HELP